Toekomstmuziek?
Het was alsof de grond in één seconde onder haar weg zakte en ze moest zich vastgrijpen aan de rand van de kast om niet ter plekke tegen de vlakte te gaan. “Papa is dood…” De woorden zweefden minutenlang door haar hoofd. Voorzichtig pakte ze de leuning van de stoel die naast haar stond en langzaam ging ze zitten. Ze staarde even recht voor zich uit, maar besloot al snel om haar ogen te sluiten. Het enige waar ze nog aan kon denken was de ruzie van gisteren. De ruzie die nu nooit meer uitgepraat kon worden…
“Eef? Eva? Gaat alles nog goed met je?”
De woorden drongen langzaam haar hoofd binnen. Ze opende haar ogen en op nog geen 5 centimeter voor haar zag ze het bezorgde gezicht van haar zus.
“Dood? Gewoon… zomaar? En gisteren was hij nog zo gezond als een vis!”, stamelde Eva.
Er viel een pijnlijke stilte. Eva zag aan haar zus dat ze nog meer te vertellen had.
“Je houdt iets voor me achter he? Zeg op! Wat is er allemaal aan de hand?”
De woorden die haar zus sprak leken in slow motion haar oren te bereiken. Eva werd lijkbleek. Had ze dat goed gehoord? Zelfmoord? Maar dan…Ze wilde er niet aan denken. Ze kon er ook niet aan denken.
Was de ruzie van gisteren dan echt zo erg geweest? Had ze haar vader dan echt zo gekwetst? Oké, hij was kwaad geworden toen ze vertelde dat ze zwanger was. En misschien was geschrokken nog wel een beter woord. Ze kon het zich ook wel een beetje voorstellen. Zijn lesbische dochter die even binnen komt vallen om te vertellen dat ze zwanger is. Met behulp van kunstmatige inseminatie. Maar om daar nu zelfmoord om te plegen?
Zenuwachtig schoof ze op haar stoel heen en weer. Het verbaasde haar dat ze eigenlijk helemaal niet hoefde te huilen. Bovendien had ze het idee dat ze dat voorlopig ook nog niet zou hoeven. Ze kneep haar ogen stijf dicht in de hoop wat tranen te kunnen produceren, maar om de een of andere reden hadden de tragische woorden van haar zus haar traanproductie nog niet in werking gezet. Ze schudde met haar hoofd en richtte haar aandacht weer op gisteren.
Het feit dat ze zwanger was had haar vader nog niet zo aangegrepen, dacht ze. De kunstmatige inseminatie had hem veel meer gedaan. Maar waarom? Ze had juist verwacht dat haar vader dat goed zou begrijpen. Had ze toch te veel uitgeweid over alle details? Ze kon het niet met zekerheid zeggen. Ze had spijt dat ze het hem verteld had. Maar ja, een zwangerschap kan je ook niet 9 maanden verzwijgen!
Het schuldgevoel raakte ze de eerste uren niet kwijt. Haar zus nam haar mee naar het huis van haar vader. De rit er naartoe leek een eeuwigheid te duren. Het enige wat ze kon doen was kijken naar de huizen, de straten en de mensen die er vanachter de natgeregende ruiten van de auto ook allemaal erg triest uitzagen. Haar handen friemelden onder aan haar trui en ze kon haar rechterbeen met geen mogelijkheid stilhouden. Ze was blij toen ze bij het huis van haar vader aankwamen, ook al wist ze dat het heel moeilijk zou zijn om daadwerkelijk de deur door te gaan. Langzaam liep ze met haar zus het tuinpad op. De bladeren die op het pad lagen, leken stuk voor stuk aan haar voeten te blijven kleven. Haar benen werden zwaarder en zwaarder en ze kreeg de neiging om met een lompe beweging alle bladeren van haar voet af te trappen. Ze deed het niet en liep gewillig achter haar zus het huis in.
Haar vader lag vredig op de bank met zijn ogen gesloten. Als je niet beter wist zou je denken dat hij lag te slapen. Ze vroeg zich af wie hem daar had neergelegd, maar tegelijkertijd besefte ze dat dat op dit moment helemaal niet van belang was. Ze zuchtte en liep naar haar vader toe. Plotseling viel haar oog op een brief die op de tafel lag. Herkende ze nou het briefpapier? Ze pakte de brief op, las de eerste regels en staarde vervolgens een tijdje wezenloos voor zich uit. Haar zus griste de brief uit haar handen en keek Eva even later verward aan.
“Een felicitatiebrief van de spermabank…?”